Het bestuur van het fonds besloot om per 1 juli 2023 een verhoging en nog een inhaal verhoging te verlenen. We verhoogden de pensioenen van al onze deelnemers met 5%. Deze verhoging konden we doen op basis van de prijsontwikkeling. Daarnaast wordt per 1 juli 2023 18% van de toeslagachterstand per deelnemer ingehaald. Dit komt neer op een extra verhoging van 0 tot circa 4% per deelnemer. Het bedrag van de gemiste toeslagen bepalen we voor elke deelnemer apart. Afhankelijk van de gemiste toeslagen in het verleden kan het (opgebouwde) pensioen per 1 juli 2023 worden verhoogd met 0% tot ongeveer 4%.

Het bestuur volgt met de verhogingen per 1 juli 2023 het pensioenreglement en beleidskader. De extra verhoging (inhaalindexatie) wordt in 2024 met terugwerkende kracht in de pensioenadministratie verwerkt voor alle groepen deelnemers, inclusief betaling aan de pensioengerechtigden. Omdat het de eerste keer is dat er een inhaalindexatie plaatsvindt, kost de verwerking hiervan wat meer tijd. Daarnaast is de administratieve verwerking van de inhaalindexatie vertraagd, omdat bij een controle is geconstateerd dat deze toezegging administratief nog niet goed verwerkt is.

In de jaarrekening over boekjaar 2023 is een stelpost opgenomen voor de inhaalindexatie per 1 juli 2023. Deze is door de adviserend actuaris ingeschat op basis van een door de pensioenadministrateur verstrekt voorlopig deelnemersbestand met toeslagachterstanden.

Het jaar 2023 stond ook in het teken van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). De Wtp is per 1 juli 2023 in werking getreden. Het belangrijkste onderdeel van de Wtp is de transitie naar een nieuw pensioenstelsel. Uiterlijk 1 januari 2028 moeten werkgever en pensioenfonds de nieuwe pensioenregeling uitvoeren voor de actieve deelnemers.

Het fonds is hierbij afhankelijk van door sociale partners te maken keuzes onder andere ten aanzien van wat te doen met de tot de transitiedatum opgebouwde pensioenaanspraken (wel of niet invaren) en het type pensioenregeling. Het overleg tussen sociale partners en het proces om tot een nieuwe pensioenregeling te komen, kost meer tijd dan aanvankelijk verwacht en is eind 2023 nog niet afgerond. De transitie naar de nieuwe pensioenregeling is de grootste en meest ingrijpende hervormingsoperatie uit de geschiedenis van het Nederlandse pensioenstelsel; het is een complex en belangrijk onderwerp waarbij bovenal zorgvuldigheid vereist is.

De transitie naar een nieuwe regeling zal bij ons fonds naar verwachting plaatsvinden tussen 1 januari 2027 en 1 januari 2028.

Pensioenfonds MSD had in 2022 te maken met een negatief beleggingsrendement van -/-25,7%. De beleggingsopbrengsten waren -/- € 977 miljoen. Dat komt vooral door de negatieve indirecte beleggingsopbrengsten. De aandelenkoersen zijn namelijk gedaald en ook de vastrentende waarden namen af door de gestegen rente in 2022.

Het actuariële beleggingsresultaat kwam in 2022 uit op -/- € 64 miljoen (2021: € 415 miljoen).

Pensioenfonds MSD had in 2022 te maken met een negatief beleggingsrendement van -/-25,7%. De beleggingsopbrengsten waren -/- € 977 miljoen. Dat komt vooral door de negatieve indirecte beleggingsopbrengsten. De aandelenkoersen zijn namelijk gedaald en ook de vastrentende waarden namen af door de gestegen rente in 2022.

Het actuariële beleggingsresultaat kwam in 2022 uit op -/- € 64 miljoen (2021: € 415 miljoen).

Pensioenfonds MSD had in 2022 te maken met een negatief beleggingsrendement van -/-25,7%. De beleggingsopbrengsten waren -/- € 977 miljoen. Dat komt vooral door de negatieve indirecte beleggingsopbrengsten. De aandelenkoersen zijn namelijk gedaald en ook de vastrentende waarden namen af door de gestegen rente in 2022.

Het actuariële beleggingsresultaat kwam in 2022 uit op -/- € 64 miljoen (2021: € 415 miljoen).